De Etiquette en regels in het jachtveld
Het is ons een genoegen u te mogen ontvangen bij een van onze slipjachten. Voordat u het jachtveld betreedt, verzoeken wij u goed onze regels en etiquette door te nemen. Door alle regels en etiquette voorafgaande aan de slipjacht door te nemen, zult u snel uw weg vinden in het jachtveld. Alvast een prettige slipjacht toegewenst!
Zorg ten allen tijde dat u zich voorafgaand aan de slipjacht aanmeldt bij de Master. Uw mentor of het secretariaat verwijst u naar de Master.
De belangrijkste regels / etiquette in het jachtveld:
Leiding
De Hunt Staff, (de Master, de Huntsman, de Whipper-in’s) en de Fieldmaster*, hebben de verantwoordelijkheid voor het verloop van de slipjacht en de honden. Volg hun aanwijzingen altijd op, belemmer hen niet en verleen direct alle door hen gevraagde assistentie.
Rijd de Fieldmaster nooit voorbij. Als er geen Fieldmaster is aangewezen, houd dan voldoende afstand van de Hunt Staff en de honden. U wordt gehouden nooit langs de Hunt Staff te rijden en u maakt altijd ruimte voor de Hunt Staff.
*Fieldmaster: de Fieldmaster wordt voorafgaande aan de jacht aangesteld door de Master with the Horn en krijgt een zichtbare gele band om mouw . De functie van de Fieldmaster is het begeleiden van het veld.
De meute
Bij de slipjacht draait alles om de honden. De honden zijn “heilig” en hebben altijd voorrang. Rijd nooit vlak achter een hond en geef een achtergebleven hond de ruimte om te passeren. Waarschuw, indien nodig, andere ruiters als er een hond aankomt:
– Indien iemand roept: “hound on the right”, dan laat u onmiddellijk de hond u passeren langs uw rechterzijde (dit geldt links ook).
U commandeert de honden nooit. Dit is de taak van de Hunt Staff. Blijf met uw paard op eerbiedige afstand van de meute. Draai wanneer de meute of een hond U passeert altijd het hoofd van uw paard naar de hond of meute. Geniet van het hondenspel; dat is waar het om draait in de slipjacht.
Harnachement
Zorg dat uw paard en het harnachement van uw paard netjes gepoetst en verzorgd is.
– De manen van uw paard zijn ingevlochten of goed getoiletteerd.
– Zorg ook dat uw paard een korte staart heeft om te voorkomen dat de staart makkelijk ergens achter blijft haken (tot een handbreedte onder het spronggewricht).
– Een paard dient een rode strik te dragen als het paard slaat of onervaren is en de ruiter nog niet weet hoe zijn/haar paard reageert. Deze rode strik ontslaat de ruiter niet van zijn verplichtingen tegenover andere ruiters.
– Leg onder het zadel bij voorkeur een zadelvormige dekje zonder logo of reclame, bij uitzondering van VH zadeldekje.
Kledingvoorschriften
Vóór de Hubertusjacht jagen we in Ratcatcher tenue: tweedjasje, (de Veluwe Hunt) stropdas, een beige of witte broek en bij voorkeur bruine jachtlaarzen.
Als het officiële jachtseizoen begonnen is (vanaf de Hubertusjacht):
– Voor leden: De mannen dragen een rode jachtrok, een witte broek, een witte plastron en zwarte rijlaarzen (bij voorkeur met een bruine jachtkap). De dames dragen een blauwe jachtrok, een witte broek, een witte plastron en zwarte rijlaarzen. Leden hebben 3 knopen op hun jachtrok, de Master 4 knopen en de Master with the Horn en de Hunt Staff 5 knopen.
– Voor niet-leden en niet-rijdende leden: zwarte jachtrok of rijjas, een witte of beige rijbroek, dezelfde kleur (wit of beige) plastron, zwarte cap en zwarte rijlaarzen.
Alleen echte rijlaarzen zijn toegestaan, dus geen joppers en chaps.
Dames dragen hun haar onder hun cap, bij voorkeur in een haarnetje.
De plastron dient een echte plastron te zijn. Uw plastron en plastronspeld hebben een functie als verbandmiddel/mitella bij een verwonding van paard of ruiter tijdens de jacht.
De plastronspeld wordt horizontaal gedragen. De Hunt Staff en Master draagt de plastronspeld verticaal.
Uitsluitend Hunt Staff en Master mogen een slag dragen aan hun whip.
Bij de ontvangst en de afterhunt dient u een tweedjasje te dragen. Sporen zijn verboden zowel bij het ontvangst als de afterhunt. Één uitzondering geldt hierbij: tijdens de Hubertusjacht mis draagt u het volledige officiële tenue, inclusief cap en sporen.
Gedrag
Tijdens het jagen en zeker wanneer de meute op zoek is naar de scent (geur) dienen alle deelnemers zich stil te houden uit respect voor de honden en uit doelmatigheid van het jagen. Realiseert u, dat u in het jachtveld altijd te gast bent. Voorkom beschadigingen aan andermans goed en laat alles keurig achter.
-Toon respect voor de grondeigenaren en vrijwilligers die de slipjacht mogelijk maken.
Maar zeker ook voetgangers, fietsers, trimmers, enz.
– Ook dient u rekening te houden met andere ruiters en wacht u op uw beurt bij de hindernissen. Indien een ruiter in uw buurt problemen ondervindt dan wel ten val is gekomen, wacht u tot de ruiter weer te paard is.
– Verder worden er geen sloten of andere hindernissen gesprongen tijdens de stop omwille van de veiligheid. Oefenen doet U thuis.
– Het is niet toegestaan te roken te paard gedurende de gehele jacht. Ga verantwoordelijk om met alcoholgebruik, conform de in Nederland geldende wetgeving in het verkeer.
– Aan het einde van de jacht, bij de zogenaamde ‘Kill’, gaan de ruiters om de meute staan om de Kill te aanschouwen. De heren dienen uit eerbied hun cap of hoed af te nemen en de dames brengen de “dressuurgroet”. U wordt verzocht stil zijn tijdens de ‘Kill’ en tijdens de fanfares van de Sonneurs. Indien door de Sonneurs de fanfare les Honneurs, la Saint Hubert of een persoonlijke fanfare ten gehore wordt gebracht, dienen de heren de cap af te zetten en de dames de rechter hand achter het zadel te houden. Mocht u deze fanfares niet direct herkennen dient u de Sonneurs in de gaten te houden. Indien deze hun cap afzetten wordt u geacht dit ook te doen. De ‘Kill’ is onderdeel van de jacht: U gaat nooit tijdens de ‘Kill’ alvast de vlechtjes uit de manen van uw paard halen, dekens op doen, enz.
– Het verlaten van het jachtterrein gebeurt eerst door de meute, en de Hunt Staff, daarna volgen de overige jachtruiters.
– Indien u het veld wenst te verlaten, dan meldt u dit bij de fieldmaster of een van uw mederuiters.
– De toegewezen mentor of begeleider, is verantwoordelijk dat een aspirant-lid dan wel een gastruiter zich aan de etiquette houdt. Een gastruiter dient bij de mentor te blijven en andersom.
– Gedraagt u zich als heer, respectievelijk dame in het jachtveld en ontzie daarbij vooral de natuur.